Maximale droogtetolerantie met latere rassen
De maisteelt staat de laatste jaren onder druk. Zeker met de droogte van de afgelopen jaren is een goede opbrengst niet meer vanzelfsprekend. Alles valt en staat met een goede wortelontwikkeling. Het aantal groeidagen van een ras word weergeven in het zogenaamde fao getal. Dit zijn geen werkelijke groeidagen maar is een combinatie van temperatuursom en lux oftewel lichtintensiteit. Om die reden zien we de laatste jaren ook eerder en snellere afrijping.
Marktverschuiving naar vroegere rassen
De overheid heeft verplichte inzaaidatums van vanggewassen na mais op zandgrond ingesteld. Dit heeft de laatste jaren geresulteerd in een verschuiving naar vroegere maisrassen. Dit staat echter in contrast met de intensievere zomers met meer zonlicht en hogere temperaturen. In de natuur gelden nu eenmaal geen vaste datums. Meer mensen, meer regels, minder boeren , de natuur past zich altijd weer aan. Ik noem het de effecten van de mens op de natuurlijke kringloop. Ook boeren passen zich aan, het gaat immers om hun broodwinning.
Altijd uitgaan van goede landbouwkundige praktijk
Met deze kennis in het achterhoofd kan het gangbare landbouwsysteem prima worden aangepast. In praktijkproeven zien we duidelijk hoe gemakkelijk de natuur zich aanpast.
Mais is daar een goed voorbeeld van, dat leg ik uit.
Vanuit het kiemende zaadje zal de plant energie steken in het ontwikkelen van een goed fundament, de beworteling. Late rassen dragen meer opbrengstpotentieel met zich mee en zullen dus aanvankelijk meer energie steken in de wortelontwikkeling.
Ontwikkelingsstadia van een maisplant

Aangezien mais een korte dag plant is zal ze sneller in bloei komen bij kortere dagen. Een vroeg ras heeft daarmee minder behoefte aan kortere dagen dan laat afrijpende rassen. Vandaaruit is het onlogisch om bij een rassenkeuze enkel uit te gaan van zaai datum en oogstdatum. Door latere rassen in te zaaien word op maximale wortelontwikkeling ingezet. Na de langste dag zal de plant automatisch overgaan van vegetatieve naar generatieve groei aangezien ze wil overleven. De vegetatieve fase word als het ware afgebroken, een bepaalde bladmassa goed voor extra droge stof opbrengst is echter wel bereikt. Hou wel rekening met verplichte inzaaidatums, een direct zaai toe toepassen met rietzwenk lijkt dan in de praktijk het meest bedrijfszeker.
Vele bijkomende voordelen
Behalve een betere droogtetolerantie zijn er nog veel meer voordelen. Zo word de bodembiologie vanuit de wortels gestimuleerd door de afscheiding van exudaten. PH correctie met steenmeel is beter dan met kalk aangezien ook sporenelementen op natuurlijke wijze worden aangevuld. De activiteit van de bodembiologie neemt toe en de organische stofopbouw verloopt sneller. Beter ruwvoer telen betekend vooruit denken vanuit de opgebouwde kennis en de natuur. Op die manier word gangbaar (bio)logisch gangbaar en spaar je op kosten met alle bijkomende voordelen voor de boer en de omgeving.

Mustang (fao 340 indicatief) langs Dirigent (fao 230 indicatief) na bladrogge in Duitsland. Door de spreiding van vroege tot late rassen verder uit elkaar te trekken ontstaat meer oogstzekerheid.
Op Primalz.nl bedeneren we vanuit de natuur en combineren dit met boerenverstand.